Staalborstel Project deel 2

Nu ben ik gestart met de verdere opbouw van de harde staart.
Frame is klaar en afgelast. Wielen staan in lijn, dus het ruw opbouwen van het plaatwerk kan beginnen.
Voor het zicht eerst een panzadeltje gemonteerd en een sportster tankje er los opgelegd.
Dit staat wel mooi maar is veel te iel en er kan amper benzine in.
Dus een setje 3.5 gallon tanks verzaagd en aan elkaar gelast.
Dit was het net niet, daarom heb ik een nieuwe tunnel erin gebogen en de achterkant versmald zodat ie mooier overloopt naar het zadel.
Vulopeningen heb ik dicht gemaakt en een dop in ’t midden bedacht.
Hiervoor had ik een vuldop van een oude Daf bus, uit de seventies, in gedachten.
Na alles afgelast en glad geslepen te hebben zette ik de tank op het frame maar ik mistte iets.
Van het thema “Ace of Spades” was ik al afgestapt omdat ik dit in een oude Easyrider was tegengekomen. Ik had wél een supermooi zijspan bakje gezien wat iets weg had van een zeppelin, dus daar borduurde ik op voort (eigenlijk naai ik liever!).
 Dus van “rond 10” baleinen gebogen en de uiteinden tot punt geslepen (kostte wel ‘tig schijven!!!) en daarna op de tank gehecht.
Dit was de look  (spreek uit: “loek”) die ik zocht en zal overal op de brommer terugkomen.
Na een metertje of 5 van dat rondijzer te hebben verwerkt kwam ik tot het oordeel: Supertank!  
Eerst alles nog even gladslijpen en dan “old school” vertinnen.
Dat is tin aanbrengen en met een eikenhouten stokje en bijenwas in vorm “boetseren”.
Voordeel is dat je dan zeer weinig plamuur nodig hebt én je blijft met metaal werken.(Da’s pas old school).

Na dat de tank klaar was ben ik met het achterspatbord begonnen.
Ik wilde ‘m zo laag mogelijk en met de ronding van de band mee laten gaan.
Nu had ik eigenlijk niets liggen wat in de buurt kwam dus dan maar een plaat van 1,5 mm op de kop getikt en kloppen maar…
Ik moet zeggen, na een uurtje of zes kloppen, slaan, buigen en zweten is er een  prachtig spatbord ontstaan.
Gelijk maar een rand van rond 10 er omheen gebogen en opnieuw ribben erop gemaakt.
Weer alles afgelast (nee, niet uitgesteld….) geslepen en vertint en hoppa,  weer een stukje van de puzzel klaar…
Daarna ben ik maar eens op de werkbank gaan zitten met Rob (m’n beste broer waar ik altijd welkom ben om te sleutelen; topgozer!)
Eerst eens even wat ideeën op doen met een pilske en een zwaar tabakie.
Ik denk dat, als je zo’n project maakt, je de beste ideeën krijgt door regelmatig een kruk te pakken en gewoon gaan zitten kijken.
Opstaan, denken, zitten, denken, opstaan…
 Ooit eens geleerd van een zo’n oud monteurtje: “Met je krent op je kist en kijken, da’s het eerste verdiend”.

De olietank.
Ik heb de olietank dicht tegen het achterspatbord aan bedacht omdat ik het frame best lang gehouden heb.
Zo krijg ik dan het meeste zicht op de versnellingsbak en dat vind ik mooi.
Ik had al een stuk pijp en daar heb ik inwendige leidingen in gemaakt  omdat ik geen leidingen over de bovenkant wilde.
Daarna zijn er schroefkoppelingen aan de onderkant iets verhoogd  in de bodem gelast zodat ik geen last krijg van “sludge” en vuil wat eventueel op de bodem komt te liggen.
Dus nu zie je alleen nog maar 3 knietjes aan de onderkant waar ik straks de olieleidingen tegenaan schroef.
De ophanging bestaat weer uit gebogen “rond 10” in de zelfde radius als de framebuizen.
Nu weer een mooie oplossing voor de vulopening verzinnen want een schroefdop is ook zomaar simpel.
Hier kwam broer Rob met een origineel idee: twee lasbochtjes van 25 mm op elkaar gelast, in de vorm van een “S” zodat die buiten het frame omlopen en daar dan een, jawel , kroonkurk van een Grolsch beugelfles.
(Vakmanschap is..?)
Daarna heb ik de zijkanten dicht gemaakt en daar omheen weer cirkel van “rond 10” met ook weer mini ribbetjes in het midden (prulwerk!).
Alles weer aflassen, slijpen en vertinnen en klaar is Toon.

Je bent wel een paar uurtjes zoet, maar nog altijd beter dan van de plank een tankje pakken.