Marcel & Yvonne Down under

 

Caspar bracht ons woensdag naar het vliegveld.
Onze dieren en huis laten we met een gerust hart achter bij Djemel. Op naar Engeland.
We hebben te veel bagage, te zwaar maar het wordt overal aanvaard zonder probleem.
Deze avond ontmoetten we Lindsay, onze drummer, na zeven maanden weer, in een oude pub in Engeland. De volgende dag gaan we via Singapore naar Batam, Indonesië.
Het toestel landde nét toen we eindelijk in slaap vielen. Niet fijn.
En het is verbazingwekkend hoe snel je aan de warme, vochtige lucht uit Singapore went.
In Indonesië zien we veel van onze vrienden terug en Batam veranderd snel.

Op maandag vertrokken we naar Australië. Ik werd ziek en had koorts, maar ik dacht dat het aan het tijdsverschil en/ of het kroeglopen in Brisbane lag.
De volgende ochtend naar Browns Plains waar de Shovel al twee jaar stond opgeslagen bij Robbo van Shotgun Motorcycle Company.
Robbo was alvast begonnen de Shovel op gang te helpen met olie en filters te vervangen, nieuwe benzine en nog wat kleine dingen. De Shovel startte weer met enkele trappen.
Twee jaar geleden bij onze eerste reis van 12.000 km door Aussieland hadden we een kenteken plaat uit Victoria. Maar omdat we de bike hadden gestald in Queensland konden we alleen daar registreren. Robbo had de test al gedaan dus ging het alleen nog om het kenteken.
Hij nam ons mee naar de locale autoriteiten en toen begon het:
Waar woon je in Australië en kun je dat bewijzen?
Heb je allebei een paspoort?
Heb je twee credit cards, rijbewijzen, bewijs van goed gedrag? Enzovoort, enzovoort
Men vond het vreemd dat op deze zelfde dag twee andere Harley’s problemen hadden met discrepanties in het oude papierwerk en men beweerde zelfs dat er geen Harley in Australië is gemaakt zonder gestolen onderdelen.....
Volgens Marcel ging die eikel echt naar een andere school dan hijzelf en dit soort mensen maakt Marcel een beetje bang voor de toekomst van de westerse samenleving.
Nadat ik tegen de lokale chef zei dat ie gewoon het papierwerk in orde moest maken kwam het toch nog zover.
Dank u , staat van Queensland.
Ik dacht altijd dat dit soort instanties er waren om je te helpen in plaats van je dwars te zitten, maar ja misschien zie ik het verkeerd!
We hangen de Shovel vol bij het motel waar we geluksnummer kamer 7 hebben.
Dank voor alle hulp, Robbo, Julie en Justin!
Nu kunnen we zelfs legaal op weg in Australië.

Nu zijn we eindelijk echt klaar om te beginnen. Er wordt jammer genoeg regen voorspeld voor de hele week, met overstromingen in het noorden. Wij hopen dat het noordelijker zal zijn dan waar wij heen gaan en dat de 4 grote bosbranden in het zuiden ook op houden. Op de camping ontmoeten we veel mensen uit Ierland Frankrijk, Engeland en natuurlijk Australië.
We zijn in een stadje in de buurt van waar in 1770 luitenant Cook voet aan wal zette op Australische bodem.
Hier is het surfers paradijs en het is het zuidpunt van het Great Barrier Reef.
Met een van de meest ongerepte riffen.
Het Great Barrier Reef is wat uit de buurt van het vasteland. Dit betekende dus een lange boottocht. De zee was best ruw en een paar passagiers gingen goed over hun nek.
Wij gelukkig niet. We waren wel doorweekt en zonder het te beseffen door de zon verbrand. Ik was het al een beetje maar nu zijn mijn voorhoofd en Marcel’s voeten helemaal rood verbrand en opgezwollen.
Dan maar uit de zon blijven en veel aftersun gebruiken.
We gaan duiken, maar omdat het al zo’n 12 jaar geleden is nemen we eerst een opfris cursus (saai hoor!).
Omdat het al wat donkerder werd konden we niet zo genieten van de kleuren onder water en eigenlijk zijn we ook een beetje verwend met onze duikavonturen bij de Malediven.

We nemen nog een dagje rust op een mooie, rustige camping.
Kijkend naar de wolken besloten we tegen de richting van de regenbuien in te rijden. Net als vorige keer zijn we bij Gerard geweest op Tamborine Mountain, een prachtige berg met een stukje authentiek regenwoud.
De volgende dag rijden we al vroeg een veel te drukke stad in. We proberen hieruit te ontsnappen maar in de haast nemen we een paar verkeerde afslagen en duurde het nog langer voordat we uit deze warme, verstikkende stad weg waren.

We stoppen uiteindelijk in een mooie plaats aan de kust: Noosa Heads. Hier zetten we onze tent weer op terwijl de regen met bakken naar beneden komt. Binnen de kortste keren staat de motor in 20 centimeter water. Gelukkig bleven wij droog, maar voorlopig zaten we even vast.
Toen het droog was zijn we gelijk vertrokken maar jammer genoeg hebben we van de mooie omgeving en vergezichten niet veel meer gezien door de laaghangende bewolking.
Tussen Noosa Heads en Bundaberg zijn we even gestopt in het dorpje Avondale om ansichtkaarten te kopen voor onze vrienden in Avondale (USA) maar, helaas, kaarten hadden ze niet. Wel was de pub groot en geweldig, maar dat was dan ook het enige wat ze daar hadden.
Ik besef dat ik verliefd wordt op dit deel van Australië.

Na een tijdje loopt de Shovel niet helemaal soepel en Marcel bestelt onderdelen een paar uur rijden verderop in Rockhampton. Je kunt niet alles hebben, toch?
Om zover te komen heeft Marcel de carburateur voor de vijfde keer open gemaakt om deze keer een pakking te vervangen voor een stuk van z’n schoenzool.
Dat werkte maar één dag, het rubber begon te zwellen en kwam los.
We wilden naar Colin en Glenda rijden, vrienden die ons twee jaar geleden ook hadden geholpen met het repareren van de Shovel.
Helaas had Colin z’n enkel gebroken en moest naar het ziekenhuis.
Glenda heeft ons nog wel geholpen door een slaapplaats voor ons te verzorgen bij hun vrienden.
De volgende dag brachten Ted en John ons naar “Rocky Cycles” want ik had ook nog wat problemen met de krukas demper.
Dank je Glenda, Colin, Trish, John, Ted en Tim, voor alle goede zorgen en vooral de alcohol!
Misschien zien we Colin en Glenda volgend jaar in Europa.
Vanuit Emerald reden we naar het zuiden tot Carnavon park, waar we weer een tijdje blijven om van de prachtige natuur te genieten en vooral uit te rusten want de voet van Marcel was nu wel erg opgezwollen van een insectenbeet (of nog steeds van op de boot.)
Hier zie je veel Aboriginal kunst.
We rijden op onverharde wegen die, zo te zien veelvuldig gebruikt worden door wilde paarden en runderen.
Op een camping ontmoetten we een echte biker van 62 jaar oud, die jaarlijks een kleine 18.000 kilometer op z’n bike rijdt, zo’n drie jaar achter elkaar al.
Hij had wat goede tips voor ons.
Eindelijk kwam de zon eens door en werd het een stukje minder vochtig.
We verlaten de “Sunshine State” Queensland (alleen maar regen gezien)en komen in New South Wales....
Hier reden we door mooie parken met kronkelende paden die net zo slecht van kwaliteit zijn als in Queensland.
Richting Sidney werd het iets koeler en dan bedoel 15ºC koel, maar gelukkig wel droger.
Ook hier weer mooie bossen en leuke bergmensen ontmoet.
Daarna over een mooie kustweg door naar Melbourne waar we hebben afgesproken met Mark, de vorige eigenaar van de Shovel.
We worden hartelijk ontvangen met een lunch en een paar pilsjes.
Hij toont ons z’n laatste project: een Shovel in hardtail, seventies look. We hebben nu zo’n 5000 kilometer afgelegd.
Vanuit Melbourne nemen we de nachtferry naar Davenport, Tasmanië en ontbijten in Launceston.

We hadden verwacht dat het in Tasmanië nu al koud zou zijn, maar het is nog een lekkere 25ºC.
Tasmanië is ietsje groter dan Nederland maar er wonen maar 600.000 mensen en er is veel groen, we blijven hier nog een dag of tien.

We hadden mooie foto’s van kangoeroe’s en een grote leguaan van zo’n 120 centimeter en nog veel meer maar tijdens het uploaden naar m’n USB stick zijn er veel verloren gegaan. (Met dank aan Bill Gates fantasie wereld prullen)
En als je batterij het leeg raakt tijdens nog zo’n upload sessie heb je dezelfde service in 2009 als in 1934; niets dus.

Toen we bij Richardson H-D in Launceston waren kwamen we erachter dat tegenwoordig die Harley zaken meer een restaurant, café, museum, accessoire winkel en HOG-gers verzamelplaats is dan dat je er echt nodige onderdelen kunt kopen.
Byron, een biker uit Queensland vertelde dat als je een nieuwe Harley koopt, je automatisch lid wordt van de HOG.
Gelukkig kunnen we ons geen nieuwe veroorloven...
Via Davenport, Launceston, Mole Creek, Cradle Mountains on Roseberry en Zeehan (vroeger het nederlandse Zeehean) komen we in Queenstown.
Hier waren vroeger veel mijnen en smelterijen.
Nu is er alleen nog één kopermijn die in handen is van een Indiase maatschappij en het smelten gebeurd dan ook in India.
Het gebied is volledig besmet met mijnbouw afval, de kleuren zijn er prachtig maar alles in de omgeving is dood
Vanaf hier nemen we de 100 jaar oude stoomtrein naar Strahan, een mooie rit door regenwoudachtige bossen.

De fiets weert zich kranig op wat kleine mankementen na, zoals een drooggekookte accu overladen door een verbrande regulator, maar deze worden opgestuurd door Robbo van Gunshot Motorcycles samen met de registratie papieren uit Queensland.
Als we die hebben opgehaald kunnen we en de bike repareren en eindelijk legaal in Tasmanië rond rijden.
Alhoewel, we moeten eigenlijk een Internationaal of Australisch rijbewijs hebben om hier rond te mogen rijden, maar laat ik die nu net niet hebben.....
De versnellingsbak maakt een vreemd, slepend geluid de laatste 5000 km, maar zolang hij het niet begeeft gaan we gewoon door!
Vanaf Queenstown rijden we door een prachtig bergachtig gebied naar Hobart, de oudste stad van Tassieland, gedeeltelijk door de regen.
’S Morgens met een tour meegereden naar het meest zuidelijk punt richting de Zuidpool waar wij in ieder geval ooit geweest zijn: Cygnet (43º 12’.)
Voorlopig hebben we alleen nog maar dode wombats en Tasmaanse duivels gezien, platgereden en wel. Ik denk dat we naar de dierentuin moeten om inheemse dieren te zien, alhoewel ik een hekel heb aan dieren in een kooitje.
Ter compensatie heeft Yvonne een pluchen wombat gekocht die nu ook aan de bike vastzit evenals de koala en de lachende kookaburra.
De volgende dag gaan we met de Shovel naar het noorden via de oostkust, normaal gesproken regent het hier enorm veel, er zijn zelfs plaatsen bij waar het meer dan 4 meter regen per jaar valt. Zou een paraplu nog helpen?
We hebben veel geluk met de zon, behalve vandaag dan.....